Code rood, de Maas en enkele kleine rivieren

Deel 1: Code rood

We hebben inmiddels 5 dagen kunnen bijkomen van het nieuws dat eigenlijk geen nieuws was. Het zesde IPCC-rapport van de Verenigde Naties, samengesteld door 235 wetenschappers van over de hele wereld is ongekend expliciet.

Een beknopte en leesbare samenvatting: https://nos.nl/collectie/13871/artikel/2393291-conclusies-reacties-de-achtergrond-het-ipcc-rapport-in-een-notendop).

Hoe komt het rapport tot stand? Dat wordt hier goed uitgelegd: https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5247115/wat-het-ipcc-rapport-klimaatverandering-verenigde-naties

Voor mensen die de NOS en RTL niet vertrouwen, of nog meer willen weten, is hier de originele bron: https://www.ipcc.ch/report/ar6/wg1/ 

Zo lang als er over klimaatverandering gesproken wordt, wordt erover gediscussieerd en wordt het fenomeen ook in twijfel getrokken. Dat zal sinds maandag 9 augustus ook niet anders geworden zijn. Als waterbouwkundig ingenieur ben ik vooral gefascineerd door drie effecten waar we mee te maken hebben: een niet te stoppen zeespiegelrijzing, meer droogte en meer hoogwaters op de rivieren. Ik ben geen klimaatwetenschapper, maar ik begrijp de beschreven mechanismen en de boodschap, dus ik neem dit met bezorgdheid voor kennisgeving aan. 

Ik wil ook graag iets vertellen over een rivier waar ik wel iets van weet, omdat ik er al 26 jaren projecten voor doe.

Deel 2: De Maas

Voor de gemakzuchtige (of efficiënte) lezer: je kunt voor mijn conclusies ook direct naar het einde van dit hoofdstuk gaan.

Itteren (december 1993)

In december 1993 en februari 1995 waren er kort na elkaar (ruim een jaar) twee hoogwaters van een omvang die lang niet gezien was. We moeten terug naar 1926 om een vergelijkbaar hoogwater in de geschiedenis terug te vinden. Het werd het begin van het project Maaswerken. De voorheen onbeschermde dorpen en steden kregen binnen een jaar een provisorische bescherming om herhaling te voorkomen: DGR-kaden (DGR = Deltawet Grote Rivieren). We mochten het geen dijken noemen. Dat werkte: in 2003 kwam er een (weliswaar iets kleiner) hoogwater en alle dorpen en steden bleven droog. Maar het was niet genoeg. Ik versnel nu in hoog tempo. Er kwam rivierverruiming om de waterstanden te verlagen, de kaden werden dijken en de norm werd voor heel Limburg verhoogd tot 250 jaar. Het project moest in 2015 klaar zijn, maar dat is niet gehaald. De dijken kwamen niet op tijd af en zijn vandaag nog steeds niet overal op vereiste hoogte en sterkte.

Het project werd ingehaald door iets anders: klimaatverandering. Omdat het in een project heel lastig is om een veranderlijk uitgangspunt te hanteren is dat onderwerp in een ander programma ondergebracht en in de tijd erachter geplaatst: het Deltaprogramma. Dit programma zou de draad oppakken waar Maaswerken die heeft laten liggen en voor aanvullende maatregelen zorgen. Ik versnel opnieuw: in 2017 zijn er nieuwe normen gekomen, waarbij grote steden meer bescherming krijgen dan kleine dorpen. Ook zijn de statistieken bijgesteld, omdat de klimaatverandering al begonnen is. En er is een tijdpad tot 2100 opgesteld, waarlangs de statistieken naar verwachting doorgaand zullen veranderen (klimaatscenario W+). In gewoon Nederlands: hoogwaters, zoals in 1993 en 1995, zullen steeds vaker voorkomen en er zullen ook grotere hoogwaters voorkomen.  Een statistiek van de toekomst is natuurlijk heel speculatief. Hoe speculatief, dat zien we verderop.

Met het risico dat u nu afhaakt, hier een tabel. De tabel laat zien hoe vaak we kunnen verwachten dat een bepaald hoogwater in de Maas voorkomt (of overschreden wordt). De tabel laat vooral zien, dat deze verwachting in de loop van de tijd (2001, 2017, 2050) sterk verandert: een geprojecteerd gevolg van klimaatverandering. 

Hoogwaters Maas, maximale afvoer, herhalingstijd (overschrijding) in jaren volgens de geldende statistiek in 2001, 2017 resp. 2050 (volgens klimaatscenario W+)

Met veel elan is er sinds 2012 aan prachtige maatregelenpakketten gewerkt: Maasdal-Noord, Maascorridor, Meer Maas Meer Venlo, Maasplassen, Noordelijke Grensmaas en Zuidelijk Maasdal. En toen gebeurde er.... helemaal.... niets. Als een wolkje leek het Deltaprogramma Rivieren in de lucht op te lossen. Niemand had nog haast.

Waar is de daadkracht van 1995, toen binnen een jaar alle dorpen en steden beschermd konden worden? Wat is er gebeurd dat Provincie Limburg, Rijkswaterstaat, Waterschap Limburg en niet te vergeten Vlaanderen (waar het niet aan ligt, maar daarover misschien een andere keer meer) geen knopen kunnen doorhakken? Het gevoel van urgentie is helemaal verdwenen. Elk opeenvolgend hoogwater was immers lager dan het vorige (zie tabel). Het zal allemaal wel meevallen. Bovendien hebben we de laatste jaren vooral last van droogte. Het ene na het andere project werd in de ijskast gezet of geschrapt, hiermee feitelijk het eigen overheidsbeleid niet volgend. Bestuurders zijn net mensen, als er een tijdje niets gebeurt, neemt de belangstelling snel af. Omdat ik ook een mens ben zal ik toegeven dat ik dit bijna kan begrijpen 😉, maar het is niet goed.

Van alle voorgenomen projecten is er één (ja: 1!) uitgevoerd: Ooijen-Wanssum. Het komt vooral neer op het herstellen van de situatie van voor 1995, waarbij een groot deel van een voormalige Maasarm opnieuw een Maasarm werd. Dus eigenlijk oude wijn in nieuwe zakken? Maar zeker een prachtproject. Afgerond in juni 2021, ja echt! Gelukkig wel, want het hielp enorm.

Er is niettemin veel bereikt en we teren nog altijd grotendeels op dat niet geheel afgeronde project Maaswerken. En toen kwam het hoogwater van juli 2021. Het ging allemaal net goed, maar niet vanzelf. In Maastricht werden de wijken Randwyck en Heugem geëvacueerd, in Venlo het ziekenhuis. Op diverse plekken werden zwakke of lage dijken tijdelijk opgehoogd en versterkt. Het piepte en kraakte aan alle kanten.

 
Noodversterking te Wessem (17 juli 2021)

Evacuatie van 10.700 patiënten uit het ziekenhuis van Venlo (17 juli 2021)

Kijken we naar de tabel, dan zien we dat het hoogwater van juli 2021 volgens de oude normering een 230-jarig hoogwater is. Dat is heftig, maar nog altijd net onder de norm van het project Maaswerken (250 jaar). Dus waarom was er een probleem? Hoewel het een record-hoogwater was, zou het voor de Maas als een onschuldig zomerbuitje voorbij moeten gaan. Zoals ik al vermeldde, het project Maaswerken is nog steeds niet helemaal af en dat hebben we gemerkt. En met de rest is nog nauwelijks een begin gemaakt. Volgens de kennis van vandaag hadden we iets meer dan een 100-jarig hoogwater. 

Wat wil ik hier allemaal mee zeggen?

  • Kijken we naar de hoogwaters van de laatste 30 jaar, dan lijken de aangescherpte herhalingstijden van nu (zie tabel: WBI2017) eigenlijk al achterhaald. Zelfs 2050 is niet eens aan de conservatieve kant, zelfs als je het hoogwater van 2021 wegdenkt. Dus: misschien zijn we al in de wereld van 2050 aangeland.
  • Het feit dat de hoogste Maasafvoer ooit (juli 2021) sinds de metingen van 1911 buiten het hoogwaterseizoen is opgetreden, brengt ons in Terra Incognita. Dit gaat verder dan statistiek en getallen. Een zomerhoogwater van dergelijke omvang duidt op kwalitatief nieuwe verschijnselen (zie deel 3).
  • Zowel de droogtes van de laatste jaren als dit extreme zomerhoogwater passen in het klimaatscenario dat al jaren door de experts geschetst wordt. 
  • In Nederland hebben we een vergaande wettelijke verankering voor het waarborgen van hoogwaterveiligheid. Ook het klimaatscenario (W+) heeft hierin een plaats gekregen. Alles is in regels gevat. Dit blijkt in de praktijk echter geen enkele garantie voor de naleving ervan. Bestuurders handelen er niet naar en worden niet ter verantwoording geroepen.

Hopelijk komt de urgentie nu terug en wordt de draad weer opgepakt. Er liggen al veel plannen klaar. Maar eigenlijk is het niet goed genoeg dat we daarop moeten hopen.

Deel 3: Enkele kleine rivieren

Juli 2021: de grootste problemen in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas traden niet in deze beide rivieren, maar juist in de kleinere zijrivieren op (Roer, Geul, Vesder, Amblève, Ahr) met als trieste balans minimaal 221 doden (https://nl.wikipedia.org/wiki/Overstromingen_in_Europa_in_juli_2021). Nederland is dit onheil van deze omvang bespaard gebleven, maar ook in Valkenburg was de materiële schade enorm (https://www.1limburg.nl/400-miljoen-euro-schade-valkenburg-door-wateroverlast).

Schuld an der Ahr: verwoesting door hoogwater

De vraag hoe we met hoogwaterveiligheid van de kleinere rivieren moeten omgaan is heel interessant, maar laat ik nu even rusten. Met uitzondering van één punt: voorspellen en waarschuwen. 

In diverse evaluaties hoe het zo mis heeft kunnen gaan, komt steeds de vraag of men dit niet zag aankomen. Als de verwoesting dan niet voorkomen kan worden, kon men de mensen dan niet waarschuwen? Welnu, zowel in Nederland (https://www.limburger.nl/cnt/dmf20210729_96545970), België (https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/07/22/stuwdam-eupen-terzake/) als Duitsland (https://www.trouw.nl/buitenland/het-alarm-ging-af-maar-nog-geloofde-niemand-in-duitsland-dat-het-zo-mis-kon-gaan~b0925569/) is er wel degelijk gewaarschuwd, maar bleef het adequaat handelen achterwege. Achteraf is het makkelijk om hier kritiek op te hebben. Ik voel me niet in de positie hierover te oordelen, want het was bijna niet te geloven dat zoiets zou gebeuren.

Moeten we de opeenvolgende IPCC-rapporten misschien ook niet in dit licht zien?






Reacties

Populaire posts van deze blog

Hoe houden we Nederland droog? En hoe houden we Nederland nat?

Over antisemitisme, oorlog nu en oorlog toen

Waarom rivieren ruimte nodig hebben