Opnieuw beginnen
Op deze laatste dag van het jaar 2022, tevens een zaterdag, wil ik graag nog eens van me laten horen. Zo veel zaterdagen heb ik laten schieten, niet wegens gebrek aan inspiratie. Eerder speelt tijdgebrek mij eeuwig parten, maar ook het onvermogen om het meest urgente onderwerp te kiezen. Dat is vandaag met allebei niet anders.
Ik zou me kunnen voorstellen dat niet iedereen op mijn visie
op de wereld zit te wachten, maar ik kan het nu eenmaal niet laten. Ik heb nou
eenmaal over bijna alles een mening, of ik er nou verstand van heb of niet. Van
alle onderwerpen, die ik zo graag met u zou willen uitdiepen, is er vandaag
niet één dat ik kies. Nee, ik wil het over iets anders hebben.
Ik wil het niet over de inhoud hebben, maar over het proces.
HELP!!! WAAR GAAT DIT HEEN? Niet schrikken, het is niet de eerste keer. Op 4
september 2021 heb ik het ook al eens gedaan, en mijn volgende pleidooi ligt
een beetje in het verlengde ervan.
Een nieuw jaar
Een nieuw jaar betekent opnieuw beginnen. 2023 is een
willekeurig getal, niet eens een rond getal. Zondag 1 januari is een
willekeurige dag. Toch hebben we op nieuwjaarsdag altijd het gevoel dat we
dingen kunnen verbeteren. In het klein, in het groot. We weten dat het een
illusie is, maar die houden we graag in stand. En dat is ook ergens goed voor. Als
we de hoop laten varen, wordt het een trieste bedoening. Er gaat zo veel mis, op
individueel niveau, in relaties, in families, in het land en in de wereld. Er
gaan ook veel dingen goed, misschien mag dit ook gezegd worden. Maar ik wil
graag onderzoeken wat we kunnen verbeteren.
Erken dat we vastgelopen zijn
Het is duidelijk dat de politiek niet goed in staat is de
problemen van de maatschappij op te lossen. Dat neemt ernstige vormen aan. Van
de grote dossiers (toeslagenschandaal, stikstofcrisis = landbouwcrisis, woningnood,
aardbevingscrisis, wantrouwen in de politiek, inflatie, gascrisis,
personeelstekort waardoor delen van de maatschappij stilvallen, asielcrisis, klimaatcrisis
en reductiemaatregelen niet op schema, oorlog, militaire crisis) is onder Rutte
geen enkel probleem kleiner geworden. Alle problemen zijn groter geworden.
Toegegeven, één probleem is kleiner geworden: de
werkeloosheid is vrijwel opgelost (al is hier een kanttekening bij te maken,
maar dat is voor een andere keer). Eerlijk is eerlijk, laten we deze zegening ook
tellen. Het is het spiegelbeeld van dat andere probleem: personeelstekort. Ik
zou op elk probleem kunnen ingaan en betogen dat onze minister-president en
zijn ploeg incompetent zijn, of met externe feiten niet goed omgaan, maar dat heb
ik al vaak genoeg gedaan en dat brengt ons niet verder. Wij stemmen (blijkbaar)
steeds weer op hem en zijn club, dus Mark kan er ook niets aan doen dat hij
daar steeds weer zit.
Al vind ik dat de daadkracht van de Nederlandse politiek
internationaal erg negatief afsteekt, dit fenomeen is buiten de landsgrenzen
ook niet onbekend. In Europa krijgen we ook veel niet op de rit. Dit jaar zijn
we wakker geschud door de ontdekking dat onze Russische buur (of beer) regelrecht
op gewapende expansie uit is en het liefst de Sovjettijd met geweld in ere
herstelt. Intussen is ons continent vrijwel pacifistisch geworden en ontdekken we dat we aan het gasinfuus van de agressor liggen. En we hebben met Trump ontdekt dat de steun van de Amerikaanse grote broer niet
vanzelfsprekend is. Met Zweden en Finland hebben we twee sterke en wakkere
leden in de NAVO verwelkomd. Met Biden hebben we nu even geluk, maar misschien
is hij tijdelijk between Trumps. Of tussen Trump en een Trumpist. Het
geopolitieke kwartje in Europa is gevallen. We zijn wakker, maar wat nu?
Maar voordat ik afdwaal en op concrete thema’s inga… laat ik
me vandaag tot Nederland beperken en als ik de probleemstelling samenvat, dan
komt het erop neer dat de politiek steeds minder de antwoorden op de grote
problemen lijkt te hebben. Dit geldt ook voor mijn vakgebied (rivierbeheer,
waterbeheer, hoogwaterbestrijding), een thema dat exact hetzelfde patroon van
al die andere dossiers volgt, maar de media niet haalt.
Er is geen plan
Als je geen plan hebt, dan los je niets op. Dan helpt een
zak met geld ook niet. En zeker niet de grote bakken geld die vadertje staat
over ons uitstort zonder de schijn van een plan. Geld dat we ooit moeten
afbetalen. Het grote probleem van de politiek is dat er voor geen van de slepende
dossiers een plan ligt. Politici weten het verschil tussen doelstellingen en
randvoorwaarden niet. In de stikstofproblematiek worden randvoorwaarden tot
doelstellingen gemaakt. Dit geldt ook voor het klimaatprobleem: CO2-reductiecijfers
zijn sturend. Als je zo te werk gaat, zetten we stapje voor stapje alles uit en
komt de maatschappij piepend en krakend tot stilstand. Exact dat gebeurt nu.
Duurzaamheid is geen politiek doel, maar een randvoorwaarde
om op langere termijn te kunnen blijven doen wat we doen. Dat zit in het woord.
Daarna moeten de doelen geformuleerd worden. Dat is nooit gedaan. Mijn kinderen
leren op school de zeven eigenschappen van Stephen Covey uit hun
hoofd, een eenvoudig principe als je iets wilt bereiken. Welnu, onze politici
halen dit niveau niet eens! Vooral punt 2 (begin met het einde voor ogen).
Hebt u een plan gezien hoe de maatschappij er in 2050 uitziet? Wat is dan de
energiemix? Hoeveel energieopslag hebben we nodig? Met hoeveel mensen zijn we
dan? Waar wonen die? Hoe komen we aan ons voedsel? En aan ons water? NIEUW: en
aan onze veiligheid? En waar gaat het in 2075 heen? En in 2100? En daarna? Hoe
hoog staat de zee dan? En wat doen we daarmee? Wat betekent dat voor de
landbouw? Enzovoort.
In Nederland (en in de westerse wereld) heerst nog steeds de
overtuiging dat we op randvoorwaarden kunnen sturen en dat markt vervolgens de
problemen oplost. Welnu, vergeet het maar mooi! Dat gaat niet gebeuren. Vragen
en aanbieden, dat doet de markt. Niets meer. De markt kan leveren binnen de
kaders van een door de (bij voorkeur democratische) politiek gedefinieerde en stabiele
maatschappij. Maar de markt kan geen complexe transitie naar een nieuwe
maatschappij organiseren. Er is ook geen markttheorie die dat beweert. We
hebben ons democratisch proces, met alle knappe koppen die we kunnen vinden, hard
nodig om maatschappelijke uitdagingen op te lossen en de toekomst vorm te geven.
We hadden 23 jaar geleden een eeuwwisseling, maar er was
geen plan voor 2020. Dat hebben we geweten! En nu voor de drommel plannen maken
voor 2030, 2050 en verder. En kom niet aan met argumenten dat we geen Sovjet-planeconomie
zijn. We zijn een democratie met een markteconomie. De markt kan waanzinnig
veel expertise en oplossingen leveren, maar het primaire proces, de
maatschappij vormgeven, is toch echt een zaak van de democratie. Zolang onze
politici daarvoor wegduiken, of dit eenvoudig niet kunnen, komen we niet veel
verder.
Breng expertise in de politiek
Het goede nieuws is: voor alle problemen bestaan oplossingen.
Er zijn antwoorden. Sterker nog, daar is door heel veel mensen al over
nagedacht en er is al heel veel uitgezocht. Ik kan het nog mooier maken: er is
zelfs een bepaalde keuzevrijheid in hoe we de problemen kunnen oplossen (dat
heet politieke voorkeur). We kunnen niet verwachten dat de politici, die hun
leven aan een politieke loopbaan hebben gewijd en hun eigen carrière daarbij
vooropzetten, deze expertise hebben. Misschien is het niet eens eerlijk om ze
hierop aan te vallen (zo mild ben ik nog nooit naar de kliek van Mark geweest 😮).
Zeg nou eerlijk: Wat weet Harbers nou van infrastructuur en milieu? Wat weet Kaag
nou van geld? Wat weet De Jonge nou van bouwen? En wat weet Ollongren van kanonnen? En wat weet Hoekstra nou van
buitenlandse zaken? En wat weet Rutte nou van landsbestuur? Nog steeds niet
veel. De toelatingseisen in een klein tot middelgroot bedrijf voor dergelijke
functies zijn veel strenger dan in Den Haag.
Robbert Dijkgraaf (onderwijs) en Ernst Kuipers (gezondheidszorg)
zijn in dat opzicht een verademing. Dit zijn dan ook mensen die hun leven niet
aan een politieke carrière gewijd hebben, maar gevraagd zijn. Wauw: gevraagd
zijn. Niet jezelf naar boven vechten, maar gevraagd worden!! Hoe mooi is
dat?
Zouden deze twee zwaluwen een nieuwe zomer inluiden? Feit is
dat het besef in de politiek ook wel langzaam doordringt, dat mensen hun inhoudelijke
en maatschappelijke sporen moeten verdienen om een belangrijke functie te
vervullen.
Zoals we tegenwoordig de Algemene Waterschapspartij (AWP) hebben, die gewapend met experts in 2023 de verkiezingen
voor provinciale staten en de waterschappen gaan bestormen, hebben we misschien
wel een Algemene Wetenschapspartij voor het landsbestuur nodig.
Op 4 september 2021 pleitte ik voor een apolitiek
zakenkabinet, dat zijn expertise uit bewezen diensten, en zijn legitimatie uit
de Tweede Kamer moet halen. De Tweede Kamer moet zich dan ook als opdrachtgever
opstellen. Ik sta daar nog steeds achter. Maar misschien is het achterliggende
doel (expertise in de politiek) wel langs meerdere wegen te bereiken. Een
initiatief als de AWP kan de gevestigde partijen bij de waterschappen natuurlijk
gemakkelijk overvleugelen. Die hebben daar niet veel in te brengen. Als een-themapartij
kan de AWP binnen de waterschappen prima functioneren. In de provincie en het
land heb ik wel wat bedenkingen (zoals bij de Partij voor de Dieren), al zou ik
het nog steeds geweldig vinden als ze erbij komen (en dat vind ik van de PvdD
ook).
Idealiter zou het hoofddoel van de reguliere politieke
partijen moeten zijn, om zich met meer expertise onder hun leden te gaan
wapenen en dit systematisch te organiseren. Hoe mooi zou het zijn als de
partijen een expertisedatabase onder hun leden zouden hebben en onderhouden, en
daaruit af en toe eens mensen voor ministersposten of andere belangrijke functies
zouden voordragen. Deze mensen zouden ook aan de campagnes kunnen bijdragen en
aan het opstellen van het verkiezingsprogramma. Debatten tussen de partijen
zouden op niveau zijn: tussen mensen die elkaar verstaan en misschien niet op
het winnen van het debat, maar op het vinden van oplossingen gericht zijn.
Persoonlijk gruwel ik van de politiek. Maar als het zo zou
zijn, dan zou ik zeker lid van een partij willen worden. En ja, ik ben zojuist
lid van de AWP geworden. 😊
Aanpassing van de kieswet?
In Nederland staan we op plek 11 in de wereldwijde democratie-index
en hebben we 16 politieke partijen in de Tweede Kamer. Internationaal is dit een
van de hoogste aantallen. Dit is allemaal prachtig voor de representativiteit. Maar
deze getallen zeggen niets over de kwaliteit van politici. En daar zit een
probleem.
Er zijn discussies of we een kiesdrempel zouden moeten
hebben, zoals Duitsland (5%) of Noorwegen (4%). Ik ben daar niet voor. Wel ben
ik voor een andere drempel, om te beginnen een zachte drempel. Elke politieke
partij moet bij registratie voor een aantal vooraf vastgestelde beleidsterreinen
(bijvoorbeeld waar ministeries van bestaan) de namen van één of meer experts
indienen. Deze experts moeten lid van de partij zijn. De partij moet deze lijst
op het internet openbaar maken, vergezeld van een kort CV. Er worden geen
opleidingseisen gesteld, maar wel de verplichting om op elk beleidsterrein
tenminste één naam te zetten. Dit is geen drempel, want iedereen mag zich
expert noemen. Maar de partij valt door de mand als er geen expertise aan boord
is. De media en vergelijkingssites kunnen dit haarfijn analyseren, als deze
verplichting ingesteld wordt. Misschien gaan we anders denken. Misschien gaan
we politieke partijen anders beoordelen. Misschien wordt het een punt van
concurrentie.
Misschien is dit idee nog te vrijblijvend, maar het zou een
goed begin zijn.
Er is meer mogelijk, zoals publieke
participatie met een burgerraad. Dit kan ook met een raad van experts van
de verschillende partijen die met elkaar overleggen en communiceren. Misschien moeten we weer eens een beetje met de democratie durven experimenteren.
Het is maar een suggestie, mijn hoofdboodschap is: meer
expertise in de politiek is broodnodig en denk mee over regels die dit kunnen
stimuleren. Ik wens u, mijzelf en ons allen een voorspoedig 2023!
Reacties
Een reactie posten