Het gaat niet om geld!
Op deze Prinsjesdag kan ik het niet nalaten om een keer van
mijn zaterdag af te wijken, dus bij uitzondering: een keer op dinsdag.
Nog een keer: in
de economie gaat het niet om geld!
Het gaat om goederen en diensten. Of nog breder: om welvaart
en welzijn. Wij lijden van links tot rechts aan een collectieve misvatting dat
je maatschappelijke problemen met geld kunt oplossen. En als het niet lukt…
meer geld! En als het nog steeds niet lukt… nog meer geld.
Bestaanszekerheid staat bovenaan de politieke agenda. Dat is
logisch en een goede zaak. De laagste inkomens lijden onder de inflatie en
woningnood. Veel mensen komen niet rond, of hebben daar grote moeite mee. Dit
geldt ook voor werkende mensen.
Laten we eens een analyse van de armoede in Nederland maken.
Het is een serieus probleem. Tegelijk wil ik hier een paar feiten in
herinnering roepen:
- De Nederlandse bijstand is de hoogste van Europa.
- Het Nederlandse minimumloon is het derde hoogste in Europa.
- Daarbovenop hebben we een toeslagenstelsel dat 19 miljard aan de inkomensgroepen tussen minimaal en modaal uitkeert. In Nederland ontvangen 9 miljoen mensen deze ‘hulp’ van de overheid, dat is 51% van de bevolking. Ik heb geen gegevens van andere landen kunnen vinden, maar ik denk dat dit uniek in de wereld is.
- De Nederlandse modale verdiener behoort tot de 3,5% rijksten ter wereld.
En wat doen we nu? In tijden van inflatie, economische stagnatie
(de groei is 0%), hoge rente en groot begrotingstekort (3%) besteden we € 2
miljard extra aan armoedebestrijding. De een vindt het een fooi, een ander
vindt het te veel. Welnu, laat me dit vertellen. Los van de noodzakelijke
inflatiecorrectie maakt het helemaal niets uit. Al zouden we het begrotingstekort
van 3% naar 6% verdubbelen en € 30 miljard aan armoedebestrijding uitgeven, de
armoede zal niet minder worden, maar op termijn toenemen. De inflatie wordt met
geleend geld aangewakkerd.
Wie geld aan de
armen geeft, geeft geld aan de rijken.
Laat me dit men een voorbeeld toelichten. Stel dat we dit totaal absurde bedrag van € 30 miljard aan 9 miljoen mensen geven, wat gebeurt er dan? Iedereen krijgt ruim € 3.000 extra per jaar. Veel starters denken dat ze eindelijk wel een huis kunnen kopen en gaan meer bieden. Maar het aantal huizen neemt niet toe dus gaan de huizenprijzen nog verder uit het lood. Huren schieten omhoog, want huisjesmelkers zien de koopkracht toenemen. Er zullen vast kortstondig iets meer auto’s verkocht worden en de winsten bij de supermarkten gaan omhoog. In elk geval zal de druk op de prijzen wel wegvallen. Intussen loopt de staatschuld verder op, wat uiteindelijk vroeg of laat toch als boemerang terugkomt (denk alleen al aan het rente-effect van het begrotingstekort plus nieuwe bezuinigingen in de toekomst). We zijn een jaar verder. Zijn deze mensen welvarender geworden? Nee, alles is duurder en de koopkracht van hun extra geld is weg. Intussen zitten we wel met een onbetaalde rekening van dit experiment. De huisjesmelkers, makelaars en grootbedrijven vieren een feestje.
We kunnen de onderklasse niet met geld alleen verheffen. Hier
komen we op een fundamentele economische wetmatigheid:
Als er schaarste
is, is investeren in het aanbod noodzakelijk, geen subsidie van de vraag.
Dit geldt ook maatschappelijk. Ons hele sociale stelsel is
gebaseerd op het laatste, terwijl we het eerste al jaren verwaarlozen. We jagen
de inflatie hiermee aan.
Wat moeten we doen?
Als we dan zo graag € 2 miljard extra willen uitgeven, dan heb ik een ideetje (hiervan zijn veel varianten denkbaar, het gaat om de boodschap):
- De overheid richt een nieuw stelsel van woningbouwverenigingen op.
- Er komt een noodwet crisis en herstel, zoals we al eens gehad hebben. Die heeft in 2010 goed gewerkt. In 1995 hadden we er ook een waar veel Limburgers nu al meerdere keren droge voeten mee gehouden hebben. Er komt een wettelijke stikstofvrijstelling voor woningbouw (echt waar, we gaan geen muggen met kanonnen schieten, dat probleem lossen we op een andere manier op!).
- De overheid vraagt de vier grote steden om locaties voor hoogbouw beschikbaar te stellen. Overige steden die met woningnood kampen, mogen zich ook vrijwillig melden. Bij voorkeur binnenstedelijk, anders zo dicht mogelijk tegen de stad. Als er binnen 6 maanden geen locaties aangeboden worden, dan maakt de staat gebruik van zijn aanwijzings- en onteigeningsrecht. Er volgen zoveel aanwijzingen, dat de doelstelling van minimaal 100.000 woningen gehaald wordt.
- Voor dit bedrag van € 2 miljard bouwen de nieuwe woningbouwverenigingen van de staat 20.000 woningen in de vorm van 100 woontorens. Geen Vinex-wijken in weilanden, maar fatsoenlijke woontorens in en om de steden. Uiteraard volgens de duurzaamheideisen van deze tijd.
- Overige woningbouwverenigingen, marktpartijen en particulieren maken de overige 80.000 plekken vol, waarbij een vooraf vastgesteld percentage sociale woningbouw gerealiseerd wordt.
En dit elk jaar opnieuw. Dit is een getallenvoorbeeld,
waarbij de doelstelling leidend is. De boodschap is dat de staat de sluitpost
is om aan de doelstelling te voldoen, waar de markt tekortschiet. Er komen
huurinkomsten binnen, dus die € 2 miljard is niet eens een uitgave (zoals nu op
Prinsjesdag wel voorgesteld wordt), maar een investering. Het luttele bedrag
van € 2 miljard is gemakkelijk op te schalen als de markt niet levert. Voor € 10
miljard (dat is 1% van het BBP) kan de staat de woningbouwopgave helemaal zelf
verzorgen. Dat is overigens een slecht idee, want er is wel variatie in aanbod
noodzakelijk.
Ik wil alleen maar illustreren, dat de woningnood in
Nederlands niets met geld te maken heeft, maar met politiek onvermogen. Ons
politieke proces is zo vastgelopen dat we alleen met noodwetten iets kunnen
bereiken. Misschien moeten we de standaardwetten iets meer op noodwetten laten lijken.
Recente hoogbouw Nederlandse stijl (Hogeweg Amersfoort),
meer hiervan graag!
Terug naar armoedebestrijding. Stel dat de woningnood
opgelost is. Hoeveel mensen zullen hiervan profiteren? Hoeveel mensen zullen
hun wurgcontracten eindelijk opzeggen? Private verhuurders zullen moeten
concurreren en de prijzen zullen dalen. De positieve uitstraling gaat veel
verder dan naar alleen de mensen in deze nieuwe woningen. Hoe veel mensen durven
weer te klagen bij hun huurbaas dat het raam tocht? Of dat die beloofde isolatie nou echt eens moet komen? Anders ga ik ergens anders
huren! Misschien geven veel huisjesmelkers het wel op, kan het niet meer uit.
Dan komen er nieuwe woningen op de markt en dalen de prijzen. De grootste
component van de armoede in Nederland is dan onschadelijk gemaakt. Net als bij
een stoelendans. Als er 10 stoelen minder zijn dan mensen, dan heeft iedereen
stress. Zijn er enkele stoelen meer dan mensen, dan hebben ineens 100 mensen
geen stress meer.
Nog meer ideeën
Dit model is los te laten op alles wat de maatschappij nodig heeft:
- klimaatbeleid, energietransitie en verduurzaming,
- waterbeheer en hoogwaterveiligheid,
- infrastructuur algemeen,
- natuur,
- sport en recreatieve voorzieningen,
- defensie (ja, het mag weer gezegd worden!),
- ….?
Bij elke van deze sectoren kun je een soortgelijk verhaal
houden. De overheid heeft de taak om basisvoorzieningen te garanderen en de prijzen
ervan te stabiliseren. Een overheid kan eigenlijk niet veel fout doen, als de investeringen
maar nuttig of noodzakelijk zijn, ongeacht de rentabiliteit op korte termijn.
Er ontstaan nieuwe economische activiteiten, nieuwe geldstromen en nieuwe
belastinginkomsten. Eigenlijk is alles beter dan inflatie aanjagen door de
vraag naar schaarse goederen te subsidiëren, wat we nu steeds weer doen. Dat is
vernietigen van geld.
Einde van de markteconomie?
In deze blog kom ik met nogal socialistische oplossingen, waar
u misschien van schrikt. Laat ik dit toelichten. In de laatste 30 jaar is er
een idee ontstaan dat ‘de markt’ (wie of wat dat dan ook mag zijn) alle
problemen oplost. Dat is niet zo. En dat was ook nooit zo.
De democratie
bepaalt, de markt levert.
De overheid zal echt geen torenflats gaan bouwen, dat doen
aannemers. Er zal nog steeds sprake zijn van een markteconomie. Maar regie is
een kerntaak van de democratisch gelegitimeerde overheid. De markt kan en zal
nooit regie over de maatschappij voeren. Dat zou ook heel onwenselijk zijn.
Na de tweede wereldoorlog hadden we een dirigistische overheid, die veel regie voerde over woningbouw, energievoorziening en infrastructuur. Er was ook sprake van industriepolitiek. De wederopbouw was een groot succes. China is ook een voorbeeld van dit model, waarmee meer dan een miljard mensen uit de armoede zijn verheven. Nu is dat model dermate doorgeslagen en dictatoriaal geworden, dat het zijn doel volledig voorbijgeschoten is. Daarom durf ik het nauwelijks te noemen. De Amerikaanse successen in de ruimte (jaren 60) zijn ook door de overheid gerealiseerd.
In tijden van transitie en grote veranderingen is er een grotere rol
voor de overheid dan in tijden van rust en stabiliteit. Beide modellen werken maar
tijdelijk. Naarmate er meer problemen opgelost raken, kan de overheid weer terugtreden.
Nu is het tijdperk van de teruggetreden overheid uitgewerkt en moet de overheid
weer optreden. Het zal een golfbeweging in de geschiedenis blijven.
Ik wens het volgende kabinet veel succes! Eerst wens ik de Nederlandse kiezers succes...
Reacties
Een reactie posten