Waarom rivieren ruimte nodig hebben
Vanzelfsprekend, of toch niet?
Door de hoge waterstanden van de afgelopen weken zijn de
rivieren weer volop in de belangstelling van de media komen te staan. Daarom is
het een goed moment om eens te inventariseren hoe we er eigenlijk voor staan. Het
is goed te beseffen dat wat de media hoogwater noemen, nog ver van de
ontwerpconditie af ligt waar een rivierbeheerder pas echt nerveus van wordt. Er
was op het punt van veiligheid niet veel aan de hand, maar het water was hoog
genoeg om onze zegeningen van recente investeringen te kunnen tellen.
Ik begin deze blog op een zeer ongebruikelijke manier,
namelijk door het beschrijven van mijn emoties: ik ben trots maar
tegelijkertijd ook bezorgd en teleurgesteld. Dit is een complexe mix van
gevoelens, maar laat ik vooral op de zaak zelf ingaan.
Trots ben ik omdat we in ons land in relatief korte tijd grootste
dingen hebben gedaan op het gebied hoogwaterbescherming langs de rivieren. Van
over de hele wereld komen experts naar ons land om te zien hoe we onze rivieren
de ruimte hebben gegeven en daarmee tegen de historische trend ingegaan zijn.
De programma’s Ruimte voor de Rivier en Maaswerken gelden als succesverhalen,
bedoeld voor de hoogwaterveiligheid op de korte termijn.
Bezorgd en teleurgesteld ben ik vanwege het gebrek aan
navolging. Te veel verleden tijd en te weinig toekomende tijd in deze blog. Hierover
later meer, nu eerst de succesverhalen.
Hoogwatergeul Lent bij Nijmegen (Waal)
Ruimte voor de Rivier (2015): 9 jaren later
In 2006 is de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de
Rivier (PKB RvdR) genomen. Het programma bestond uit 34 projectlocaties langs
de Rijntakken (Bovenrijn, Waal, Merwede, Biesbosch, Benedenrijn, Lek, IJssel).
Met militaire voortvarendheid zijn de locaties planologisch uitgewerkt, uitgevoerd
en in 2015 opgeleverd.
Ingreeplocaties Programma Ruimte voor de Rivier
De projecten bestaan uit dijkverleggingen, hoogwatergeulen,
verlaagde uiterwaarden. De laatste weken met de verhoogde waterstanden, hebben
we veel van deze projecten in actie gezien. Twee hoogwatergeulen langs de
IJssel zijn zelfs buitendijks aangelegd en worden met behulp van inlaatwerken
geopend. Veessen-Wapenveld
is wel in het nieuws gekomen (wegens Kampen), maar niet gebruikt. De bypass Kampen is wel in
actie gekomen. Het duurste en meest prestigieuze project is hoogwatergeul Lent (vanaf 1:57) bij
Nijmegen, die een lokaal knelpunt in de Waal verlicht.
Maaswerken: 7 jaren later
Het zuidelijke broertje van Ruimte voor de Rivier is
Programma Maaswerken, verdeeld in Grensmaas, Zandmaas en Maasroute. Dit derde
deelprogramma is voor de scheepvaart (opwaarderen tot klasse Vb). Vanuit het
oogpunt van hoogwaterbescherming vind ik het Zandmaasproject een beperkt
succes, omdat de hieraan gekoppelde dijkverbeteringen voor een groot deel niet
voltooid zijn. Een groot deel van de Limburgse Maas zit nog met de nooddijken
van 1995. Dat is ruim 30 jaar na het hoogwater van 1993 toch wel erg magertjes,
temeer omdat beloofd was dat deze in 2015 op orde zouden zijn. In 2021 hadden
we geluk, omdat het grootste hoogwater op de Maas van onze bekende geschiedenis
bij Roermond voldoende uitgevlakt was (in vaktermen: van een T100- tot een
T50-hoogwater gereduceerd) om in de Zandmaas geen schade aan te richten. Zo erg is de achterstand dat het nog steeds spannend
was. In Venlo werd een ziekenhuis geëvacueerd, terwijl daar een T1000-norm
geldt (het getal achter de T staat voor herhalingstijd: eens in de T jaar komt
dit hoogwater gemiddeld voor).
Een groter succesverhaal is de Grensmaas, waar grootschalige
rivierverruiming en dijkversterkingen een veilig traject van Borgharen tot
Visserweert heeft opgeleverd (ca. 35 kilometer). Ook aan de Vlaamse zijde van de Maas zijn veel rivierverruimingsprojecten uitgevoerd en er is een ononderbroken grensoverschrijdend natuurgebied ontstaan. Hoogwaterstanden zijn tot wel meer dan een meter gedaald en het gebied heeft het hoogwater van 2021 glansrijk doorstaan.
Grensmaastraject Borgharen – Visserweert ofwel Lanaken - Elerweerd met grote verruimingslocaties aan Vlaamse en Nederlandse zijde (2x Limburg)
Galloway-runderen en Przewalski-paarden langs de
Grensmaas
Tien argumenten voor ruimte voor de rivier, o nee: elf!!
Het Deltaprogramma Rivieren, dat sterk op meer rivierverruiming gericht is (was), onderscheidt de volgende argumenten waarom rivieren ruimte nodig hebben.
- Lagere (en soms kortere) dijken (vast en mobiel)
- Lagere stroomsnelheden, dus minder schade
- Lagere snelheid golfvoortplanting
- Lagere waterstanden op zijrivieren (= betere afwatering)
- Langere bereikbaarheid van veerdiensten en omdijkte dorpen in de uiterwaarden
- Veiligheid van onbeschermde (buitendijkse) objecten
- Lager veiligheidsrisico (bij dezelfde faalkans)
- Ruimtelijke kwaliteit (natuur, stadsontwikkeling, ...)
- Medefinanciering (andere programma’s of particuliere initiatieven)
- Infiltratie in het grondwater (in het geval van grote overstromingsvlakken)
Hoewel de meeste argumenten voor zich spreken hierbij nog
een korte toelichting bij enkele punten:
Ad 1 en 4: rivierverruiming zoekt het water meer de
breedte op en minder de hoogte. Hierdoor dalen de waterstanden. De waterstanden
van de zijrivieren zakken nabij de monding mee.
Ad 7: Kort samengevat komt het erop neer dat een lagere
waterstand van een meter veiliger is dan een hogere dijk van een meter. Dit
heeft met het restrisico te maken, als de waterkering alsnog faalt. Vreemd
genoeg volgt dit onderscheid niet uit de huidige beoordelingsmethode (van 2017)
die geheel op faalkansen gericht is, maar niet op gevolgschade.
Dit klinkt nogal theoretisch, misschien maakt het volgende
plaatje het verschil duidelijk:
In beide gevallen is er sprake van dezelfde faalkans, maar in welk
scenario voelt u zich veiliger?
Ad 8: Ruimtelijke kwaliteit. Dit is meer dan alleen leuk en mooi. Hiermee worden natuurdoelstellingen bereikt (EU-verplichtingen), zoals de eerder getoonde runderen en paarden. En recreatieve mogelijkheden zijn een vorm van uiterst aangename en schone economie. Plaatjes zeggen meer dan woorden:
Recreatie en horeca langs de Grensmaas
Ad 9: Een ongelofelijk feit is dat de
hoogwaterveiligheid langs deze 35 km Grensmaas de Nederlandse overheid niets gekost
heeft. De prijs was … € 0. De uitvoering aan Nederlandse zijde is in handen van
Consortium Grensmaas BV, dat het gehele project uit de grindopbrengst
financiert. Dit geldt zelfs voor de dijkversterkingen op dit traject. Het is
niet alleen belangrijk dat de overheid hier een met een koopje mee weg kwam.
Het is ook belangrijk dat de maatschappij jarenlang van bouwgrondstoffen werd
voorzien, iets wat de komende 20 jaar nog belangrijker is dan de afgelopen 20
jaar. Daarover later meer.
Niet alles is goed gegaan
Ook in de Grensmaas is niet alles goed gegaan. Bij Maasband,
Mazenhoven, Urmond, Meeswijk en Berg aan de Maas zijn in 2021 diepe erosiegaten
opgetreden en is een naftaleiding
blootgespoeld, een gevaarlijke situatie, die gelukkig goed is afgehandeld. Op
dit traject waren nog enkele projecten niet gereed en kan de Maas op enkele andere plekken niet verruimd worden. Adequate bodem- en oeververdediging ontbrak.
Nu zijn er twee tegenovergestelde interpretaties van dit incident:
- Rivierverruiming is een probleem, kijk eens wat er gebeurt.
- Een flessenhals is een probleem, kijk eens wat er gebeurt.
Ik ben van de tweede school en zou nog willen toevoegen: een
flessenhals is het ontbreken van rivierverruiming en ruimte voor de rivier
is zo’n logisch concept dat de rivier het zelf doet als wij het niet doen. Een
rivier wreekt zich vroeg of laat tegen te veel insnoering en beperking.
Wat ook niet altijd goed ging was het model van zelfrealisatie door
het bedrijfsleven en de daarbij behorende afhankelijkheid van de conjunctuur. Tijdens de financiële
crisis (2009-2013) hing het project aan een zijden draadje, omdat er weinig
bouwactiviteit was en de prijs van bouwgrondstoffen instortte. De markt herstelde
net op tijd om het project te kunnen voortzetten. Hier is nog veel meer over te
zeggen, maar los van het verdienmodel van de grindsector staat vast dat de
baten van de grindopbrengst zeer zeker ook aan de maatschappij ten goede zijn
gekomen en dat het resultaat zich in 2021 bewezen heeft. En zou het project in
overheidshanden tijdens de financiële crisis veiliger geweest zijn? Dat is maar
zeer de vraag.
Bodemdaling in de grote rivieren (een bonusargument)
Beide programma’s (Ruimte voor de Rivier en Maaswerken) hadden
een focus op hoogwaterveiligheid, natuur en delfstoffenwinning. Een bonus die
eigenlijk pas later duidelijk begon te worden is een gunstig effect op de
bodemontwikkeling van de rivieren.
Onze grote rivieren (Maas, Rijn, Waal) kampen met doorgaande
bodemdaling, die diverse oorzaken heeft. Deels is het nog steeds een reactie op
de normalisatiewerken die al meer dan 100 jaar geleden uitgevoerd zijn. Ook is
er een tekort aan sediment vanuit Duitsland (Rijn) en België (Maas), maar omdat
de rivier nou eenmaal een bepaalde hoeveelheid zand wil transporteren wordt dit
uit de bodem gehaald (en niet aangevuld). Als de stroomsnelheden door een
ruimer stroomprofiel dalen, dan neemt de bodemdaling af of komt zelfs tot
stilstand.
Het mooie is dat we de rivierverruiming op extreme ontwerpsituaties hebben ontworpen, hoogwaters die eens in 300 jaar, 1000 jaar, 3000 jaar voorkomen. Maar dit effect treedt juist bij de middelhoge waters op, condities van de afgelopen weken. Dat maakt de investering gedurende een veel groter deel van de tijd nuttig.
Eerlijkheidshalve vermeld ik dat niet al mijn vakgenoten het
met me eens zijn. Het hangt ervan af op welk schaalniveau je kijkt. Op
macroniveau van de rivier houd ik deze stelling staande. Meer ruimte voor de
rivier leidt over het geheel tot minder bodemdaling, al kan het op sommige
plekken lokaal wel eens omgekeerd zijn.
Klimaatverandering in de atmosfeer
In 2017 brak er in hoogwaterbeschermingsland een nieuw
tijdperk aan. We hebben sinds dat jaar een nieuwe normering en sindsdien is de
klimaatverandering onderdeel van de ontwerpmethodiek van het watersysteem. Het
Deltaprogramma wordt geacht hier met grote budgetten voor te zorgen en voor de
rivieren is er een deelprogramma Deltaprogramma Rivieren (DPR). Nog in de ban
van de succesverhalen van Ruimte voor de Rivier voorzag het DPR in een
enorm aantal nieuwe rivierverruimingsprojecten (zie kaarten en tabellen
vanaf pagina 17), waarbij grind- en zandwinners veel interesse tonen om deze
projecten te mogen uitvoeren. Daarnaast moeten de rivierdijken over grote
lengten versterkt worden.
Klimaatverandering in de politiek
En toen kwam de stille maar grote omslag in de politiek. Het
hele concept van ruimte voor de rivier is verlaten en vanaf nu zet de overheid vrijwel
uitsluitend in op de aanleg van zware hoge dijken, aangevuld met
natuurprojecten zonder substantiële rivierverruiming. Deze beleidswijziging is
nooit gemotiveerd, maar wel in gang gezet door de DPR-projecten te stoppen en
de geldkraan voor grootschalige
dijkverbetering volop te openen: de ambitie is 2000 km tot 2050, dat is 80
km per jaar. Ik ben een groot voorstander van dijkversterking, maar juist de
combinatie met rivierverruiming zou de opgave reduceren en ook maatschappelijke
baten creëren, die we nu mislopen.
Terwijl we door het buitenland nog bewonderd worden om de
visie op ruimte voor de rivier, zijn we er zelf al mee opgehouden. Dat betekent
ook dat de financiële baten uit zand- en grindwinning, waarvoor de bedrijven
zich in groten getale gemeld hebben, er niet zullen zijn. Wat nog erger is:
deze bouwgrondstoffen zullen er niet zijn en in 2022 luidde de sector de
noodklok, waarbij wordt vergeten dat we 981.000 woningen voor 2030 nodig hebben. Los van een geweldig toekomstig
rivierenlandschap dreigen we ook een sector te verliezen en de woningnood niet
op te lossen. Het hele bouwwerk van maatschappelijke synergie stort als een
kaartenhuis in elkaar, en dat nadat we juist zulke mooie succesverhalen gerealiseerd
hebben.
Voorbeelden hoe het niet moet
Wat
we ook niet moeten doen is buitendijks bouwen. De woningnood kan nog zo hoog
zijn, maar het is echt niet zo dat we daarom woonwijken in uiterwaarden zouden moeten bouwen. En dat
mag dan wel? Maar geen hoogwatergeulen? Wat is er aan de hand?
Beruchte
voorbeelden waar kleine beekjes tot grote watermassa’s aanzwellen zijn er
steeds meer. De meeste mensenlevens zijn bij de kleinere rivieren te betreuren,
niet de grote. Denk eens aan Derna
(Libië), waar een dam bezweken is (2023). Deze wadi was ook maar een klein
beekje. Maar ook in Europa waren er vele
overstromingen in 2023. Twee jaar eerder vielen ook dichter bij huis, in
België (Vesdre in Wallonië) en Duitsland (Schuld en Ahrweiler), vele
doden, een situatie die ook langs de Geul had kunnen plaatsvinden als het front
een beetje zuidelijker had gehangen.
De Geul in Valkenburg
De Geul in Limburg past volledig in het rijtje hoe het niet
moet. In 2021 kreeg dit beekje in Zuid-Limburg het zwaar te verduren.
De schade bedroeg € 400 miljoen. Wie naar de kaart kijkt, ziet al snel dat er in
de ruimtelijke ordening alles aan gedaan is om deze stad te laten overstromen.
De Geul in Valkenburg: binnenstad
Als je deze foto’s bekijkt, zie je al snel wat de juiste oplossingsrichting
is:
De Geul in Valkenburg: ingesnoerd en bebouwd (met veelal
laagwaardige aanbouw)
De bovenloop van de Moezel (Ramonchamp): zo zou de Geul
in Valkenburg ongeveer moeten zijn
Waar wachten we op?
We wachten op besluitvaardige bestuurders, die de fouten en
de successen uit het (recente) verleden herkennen en durven te acteren. We
zullen de
juiste keuzes moeten maken. Niet in de toekomst, maar het liefst al jaren
geleden. Dat gaat niet meer, laten we het dan tenminste nu doen.
Overige linkjes
https://www.nu.nl/klimaat/6296801/is-nederland-bestand-tegen-extreem-weer-in-de-toekomst.html
Reacties
Een reactie posten